Meneer Zee

Deze uit Kruibeekse klei getrokken tongkunstenaar houdt van het worstelen met woorden,

het zoeken naar zinnen terwijl hij ze vormt met zijn mond en met zijn stem,

die stijgt en daalt en sluipt en slaat

en af en toe een sprintje trekt.

Leentje uit de duizend

Op haar tong zitten zevenenzeventig engelen.

Ze vervoeren je, onderbazuingeschal,

naar de hemel en weer terug.

Felle Daniëlle

Wie mee raast door haar tong geweld

en schiet in haar vuur en in haar vlam,

is onherroepelijk overgeleverd aan haar aanstekelijke lach en dolkomische grillen.

Hare Monica

Zij kweekt in haar kruidentuin duivelsverzen met een engelenstem.

Elk woord uit haar mysterieuze mond is een slag voor je kaak of een kus op je oor.

Koene ridder

Zet je en zink weg in de kussens van zijn klanken.

Laat je toedekken met de verzen van zijn dichterlijke verhalen.

Gewende Steven

Hij slalomt met gewiekst bochtenwerk door zijn woorden.

Saters dansen breed grijnzend op zijn schouders en uit zijn rechteroor piept een konijn.

Muze Miek

Haar taal is geworteld in eeuwenoude klei die langs haar tenen en diep vanuit de grond van haar hart, gehuld in moederlijke liefde, ter wereld komt.

Touché Roger

Laat je hart dartelen op de jazz van zijn gezalfde, walsende woorden.

Leg je rustig neer op zijn timbre.

Berg je onder zijn koele blik

Gewiekste Ric

Hij is één en al mond, je plonst in zijn relaas en surft overlevend overgeleverd op de golfslag van zijn longen. In je haren zingt de wind zijn monodie.

Fierle Fientje

Je laat je lachend vangen in de armen die haar ogen zijn. Ze biezebijzegijzelt je in grijsblauw geluk met jouw schrijnend klein malheur als onderpand.

Rita Zonnebloem

Ze gidst je met standvastige hand door het grenzeloze land achter haar ogen.

Met ongerepte ongerijmdheden rammelt ze de waarheden uit je hoofd en vult het opnieuw met haar zoetste grillen.